vrijdag 16 november 2007

Hoe denk ik er nu over?

Ik vond kinderen altijd al heel leuk.
Ze zijn heel onschuldig en eerlijk. Nu heb ik wel zoiets van; had ik toen maar gekozen voor deze opleiding.
Waarom ik dat toen niet heb gedaan weet ik ook niet, want het is echt heel leuk.
Ondanks dat ik ouder ben dan de meesten valt het mij meestal niet eens op.
De opleiding is natuurlijk voor iedereen hetzelfde en ze behandelen ook iedereen hetzelfde.
Ik ben blij dat ik toch heb gekozen om deze opleiding te gaan doen want ik kan me hier echt mijn toekomst bij voorstellen en dit had ik voordat ik met de opleiding begon niet.
Het lijkt me geweldig om straks echt aan het werk te gaan in een kinderdagverblijf.
En als ik dan eventueel nog verder wil, dan zie ik dat dan wel weer, eerst maar eens aan het werk!

donderdag 15 november 2007

Ontwikkelingspsychologie; baby's van 0 tot 6 maand




Kinderen ontwikkelen zich niet allemaal in hetzelfde tempo. In z'n algemeenheid valt er wel iets te zeggen over de leeftijd waarop zij hun eerste woordje zeggen, gaan kruipen of zindelijk worden, maar de individuele verschillen zijn groot.
Het stimuleren van de ontwikkeling betekent daarom voornamelijk: inspelen op de persoonlijke behoeften van een kind op een bepaald moment.
De meeste kleintjes hebben er vooral plezier, bezigheden te oefenen die ze nog net niet beheersen. Het is de kunst te ontdekken welke dat zijn. Observatie is daarom heel belangrijk.

Motorisch
Baby's zijn druk bezig de mogelijkheden van hun eigen lijfje te ontdekken. Jij kan ze daarbij helpen. Ga eens met je rug tegen de muur zittenen neem een baby op je knieen. Als je hem zachtjes heen en weer beweegt, zie je dat het kleintje zijn nek en romp steeds opnieuw rechtop brengt.
Zo traint hij zijn nek- en rugspieren en evenwichtsorganen. Vanaf ongeveer vier maanden zijn de meeste kinderen in staat een speeltje te betasten en te bekijken. Je moet het ze wel in hun hand geven want zelf grijpen lukt ze nog niet.
Wel ontdekken ze nu hun eigen handjes en voetjes: ze fladderen ermee, sabbelen erop, trappelen. Moedig dit aan door de kinderen bijvoorbeeld een armbandje of sokje met een belletje aan te doen (eenvoudig zelf te maken). Als ze doorhebben dat ze zo zelf een geluidje maken, willen ze steeds opnieuw bewegen.

Taal
In de baarmoeder vangen baby's al de taaluitingen en intonaties op van hun moedertaal.
Dat helpt ze na de geboorte met het leren ervan.
Pasgeborenen kunnen al bepaalde klanken van elkaar onderscheiden.
Met een paar weken maken zij hun eerste geluiden zoals uh, oh, eh. Zijn baby's ongeveer 5 maanden , dan begint het te brabbelen. Ze produceren dan eenvoudige onzinwoorden, zoals kakaka of tietie. Brabbel gerust terug; baby's vinden het leuk en leren bovendien zo nieuwe klanken. Door te luisteren, gaan ze bovendien begrijpen hoe gesprekken verlopen: mensen spreken en luisteren om de beurt.
Vertel een baby ook wat je doet als je bezig bent. 'Ik doe nu een schone luier aan'
Benoem daarnaast de dingen die hem interesseren. 'dit is een bal'
Op een bepaald moment herkent het kind de betekenis van zo'n vast zinnetje.
Ook zingen en voorlezen helpen bij het leren van de taal.

Sociaal-emotioneel
Baby's zijn vooral op zichzelf gericht.: hun behoefte aan voeding en warmte moet worden bevredigd.
Toch zijn ze meesters in het maken van contact.
Hun grote ogen, ronde toeten en eerste lachjes vertederen volwassenen en maken dat die voor hen willen zorgen.
In de loop van het eerste jaar gaan baby's zich langzamerhand hechten aan hun belangrijkste verzorgers. Deze gehechtheid zorgt er niet alleen voor dat ze zich veilig voelen in de nabijheid van die personen, maar ook dat ze later makkelijker relaties aan kunnen gaan.
Je kunt de hechting bevorderen door veel bij de baby te zijn en te reageren op zijn behoeften. Pak hem op als hij huilt, wieg hem, aai hem, loop rondjes, praat troostend. En ga vooral ook in op zijn positieve uitingen (lachen, geluidjes).
De baby zal je belonen door steeds enthousiaster te reageren als hij je ziet.

Een peuter met verdriet

Een peuter van drie op de kinderopvang heeft pas zijn oma verloren. Op zich merk je niet veel van het verdriet bij dit kind, behalve dat hij opeens erg angstig is als zijn ouders afscheid nemen. hoe kan ik hem helpen zijn verdriet te verwerken en een plekje te geven?

Mijn antwoord:
Je zou willen dat kinderen geen verdriet hoeven mee te maken. Maar dat kan helaas niet. Verlies hoort bij het leven. Niet alleen de dood kan tot groot verdriet leiden, maar bijv. ook een echtscheiding van de ouders, het verlies van een vriendschap of een verhuizing.
Bij elk verdriet hoort een rouwproces. Dat zorgt voor aanpassing en acceptatie van de nieuwe situatie.
Ieder kind rouwt op zijn eigen manier en neemt daar zijn eigen tijd voor. Het ene kind speelt bijvoorbeeld met knuffels het overlijden na, terwijl een ander reageert met scheidingsangst.
Het verlies van een oma is voor een kind intens, onbegrijpelijk en onoverzichtelijk. Kinderen vanaf 2 jaar beseffen een beetje wat verlies is, maar ze kunnen hun verdriet nog niet goed onder woorden brengen. Ze reageren vaak met een stilstand of teruggang in hun ontwikkeling. Zoals bij het jongetje merk je dat aan de scheidingsangst, wat in principe alleen voorkomt bij baby's.
Ik denk dat je het beste met de ouders kan overleggen wat de beste aanpak zou kunnen zijn.
Je kan het kind ook de tijd gunnen bij het afscheid nemen van de ouders.
Geef het kind extra aandacht en praat over zijn angst en benoem deze ook.
Door goed te luisteren naar het kind en aanwezig te zijn en aandacht te geven voelt het kind zich goed en begrepen. Hierdoor voelt het kind zich veilig.
Je zou het kind een verhaaltje voor kunnen lezen die te maken hebben met overlijden van een dierbaar persoon.
Laat hem bijvoorbeeld een mooie tekening maken voor de overleden oma.
Je kan dit dan samen in een mooi doosje stoppen dat een speciaal plekje krijgt of dat het kind in een tasje mee kan nemen.

Voorbeelden van boekjes kunnen zijn:
- Lieve oma pluis van D. Bruna
- De oma van Jules van A. Berenbrouckx

Casus: Wat moet ik doen?

Leidster van een kinderdagverblijf vertelt:
Een kind uit mijn groep ziet er onverzorgd uit als het wordt gebracht door de ouders en ruikt niet altijd fris.
Moet ik hier iets over zeggen tegen de ouders?
Mag ik hier uberhaupt wel iets over zeggen tegen de ouders?
Stel dat ik het ga zeggen, hoe moet ik dat dan doen en wanneer?
Jeetje, wat is dit lastig!

Mijn antwoord:
Ik zou het wel aan de ouders zeggen. Natuurlijk niet 's ochtends wanneer er meerdere ouders en kinderen bij kunnen zijn. Maar bijvoorbeeld tijdens een ouderavond of tien minutengesprekje. Er zijn verscheidene gelegenheden wanneer je de ouders alleen spreekt.
Dit lijkt me het beste moment, want het kan best zijn dat je de ouders ermee kwetst en het zou dan niet prettig zijn als je er allemaal anderen bij hebt staan.
Het kan ook zijn dat de ouders niet beter kunnen. Misschien hebben ze geen geld om elke dag te douchen of hun kind in bad te doen. Dit zou niet leuk voor de ouders zijn als je hen er op attendeert en er zijn andere mensen bij aanwezig.
Als je alleen met de ouders bent kan je ze erop wijzen dat hun kind niet altijd fris ruikt en er niet altijd verzorgd bij loopt.
Je kan hen dan vragen of ze dit zelf ook vinden en of dit een bepaalde reden heeft.
Misschien hebben ze er 's ochtends geen tijd voor of maakt hun kind er zo'n drama van, dat het er maar bij laten zitten.
Het lijkt mij dat je gewoon over deze dingen kan praten met ouders. Als je gewoon netjes en fatsoenlijk blijft is niets aan de hand. Je kan het moeilijk voor je houden, want elke keer als het kind dan komt erger je je er misschien wel aan.

donderdag 4 oktober 2007

Zo denk ik er nu over

Ik denk dat het voor kinderen heel leuk en gezellig is om naar de BSO te gaan.
Je mag er zelf weten wat je gaat doen en alles is er. Je kan computeren, maar ook buiten spelen of gewoon binnenspelen en bijvoorbeeld knutselen.
Kinderen zijn heel creatief en ik denk ook dat het goed is dat ze dit kunnen uiten.
Ook vind ik het goed voor de sociale vaardigheden van de kinderen. Ze leren er namelijk met anderen op een goede manier om te gaan elkaar en te delen.

Gastles BSO

We hebben een gastles over de BSO gehad vandaag.
Zij vertelde over hoe sommige dingen bij haar op de BSO verlopen en wat ze allemaal doen.
Zelf komt ze uit Zuid-Afrika en is dertien jaar geleden hier naar toe geemigreerd.
In Zuid-Afrika had ze haar eigen kinderdagverblijf.
In Nederland bleek dat de papieren die ze had, hier niet voldoende waren om een eigen kinderdagverblijf te starten.
Zo'n zes geleden heeft ze de opleiding gevolgd die ze ervoor nodig had.
Nu is ze manager op kinderdagverblijf de zeven bergen.
Veel mensen hebben vooroordelen over de kinderen die in de BSO komen.
Bijvoorbeeld dat ze humeurig zijn, brutaal zijn, of dat ze niet luisteren.
Niets is minder waar. Er zijn juist veel voordelen.
Je hoeft geen luiers te verschonen, de meubels zijn hoger en de kinderen kunnen hun eigen brood smeren.
Dit scheelt veel voor de leidsters. Je hebt tijd over om leuk mee te spelen met kinderen.
De kinderen zijn heel zelfstandig en kunnen veel zelf. Je bent meer bezig met sturen, dan met begeleiden.
Kinderen hebben allemaal verschillende interesses. Op BSO de zeven bergen spelen ze hier op in.
De kinderen mogen zelf weten wat ze gaan doen als ze op de BSO komen. Er is een poppenhoek, een bouwhoek, een buitenspeelplaats, ze kunnen knutselen, schminken, computeren enz.
Er zijn geen strenge regels aan wat kinderen moeten doen. Alleen de computer heeft een regel, een half uur en dan mag een ander.
De leidsters halen de kinderen lopend op van school. Ze dragen dan een oranje veiligheidsvest zodat ze makkelijk te herkennen zijn voor de kinderen. Dit is handig omdat niet elke keer dezelfde persoon hen op komt halen.
Als ze dan aankomen op de BSO gaan ze samen even wat drinken en een koekje eten.
Hierna mogen de kinderen gaan spelen.
Met verjaardagen vieren ze dit hetzelfde als op een kinderdagverblijf. De kinderen krijgen een muts en gaan op een stoel staan en dan wordt er voor hen gezongen.
In de vakanties hebben ze thema's waar ze die week aan gaan werken. Bijvoorbeeld carnaval, sinterklaas, film.
De BSO wordt dan 'omgetoverd' in het juiste thema.
De stagaires die daar zijn hebben ook vaak goede activiteiten die ze met de kinderen uitvoeren.
Zo is er een stagaire geweest die het thema ziekenhuis heeft bedacht en het heel leuk heeft aangekleed voor de kinderen zodat ze zich goed konden inleven in het thema.
De BSO is in de vakanties de hele dag geopend vanaf kwart voor 8 tot kwart voor 6.
Op werkdagen is de BSO geopend van kwart voor 3 tot kwart voor 6.

donderdag 27 september 2007

HEY!!!!!!

Ik ben Kim Leurink en ik doe SPW 3 Kinderopvang.
Dit is mijn blog.

Veel plezier met lezen!