vrijdag 25 januari 2008

Liever geen vriendjes met dikke kinderen!

Uit sociaal-psychologisch onderzoek is bekend dat iemand die vlakbij een dik persoon staat minder aantrekkelijk wordt gevonden dan wanneer hij of zij in gezelschap is van iemand met een gemiddeld postuur. Er is een duidelijk nabijheids-effect.
Zou dit effect ook al bij kinderen onderling gelden?
Ja, is de conclusie uit een recent onderzoek waaraan 89 kinderen tussen vijf en tien jaar meededen. Zij kregen tekeningen te zien van zowel dikke als normaal-slanke kinderen.
Zij kregen een tekening van één hoofdpersoontje te zien - een jongen of een meisje - in gezelschap van vier andere kinderen van dezelfde sekse, met de vraag of zij dachten dat ze met zo’n kind in het echt wel vriendschap zouden kunnen sluiten. Soms ging en om een dik en soms om een slank kind.
Voor jongens zowel als meisjes tussen vijf en acht jaar bleek het al dan niet dik zijn van de jongen niet uit te maken. Maar wel als het om een meisje ging: met een dik meisje zouden zij minder vaak vriendschap sluiten.
Maar het nabijheids-effect bleek een belangrijke rol te spelen. Hetzelfde slanke meisje werd vaker als toekomstige vriendin gezien als ze werd omringd door slanke andere meisjes, dan wanneer door dikke meisjes.
Het effect bij een dik meisje als hoofdpersoon was anders. Zij kwam juist eerder in aanmerking voor vriendschap als ze in gezelschap was van vier andere dikke meisjes, dan wanneer er slanke meisjes om haar heen stonden. In dat laatste geval leek zij waarschijnlijk extra dik.
Opvallend is dat deze effecten bij de negen- en tienjarigen niet werden geconstateerd. De onderzoekers veronderstellen dat zij al enig besef hebben dat zo’n discriminatie eigenlijk niet mag en daarom sociaal wenselijke antwoorden geven.
Opvallend is ook dat de effecten niet opgaan met een jongen in de hoofdrol. Dat is weer eens een bevestiging van hoe juist voor meisjes het uiterlijk telt. En de gevolgen werken dus dubbelop negatief: als in het echte leven opgaat wat in dit onderzoek werd geconstateerd wordt hun isolement nog weer eens versterkt en daarmee de mogelijkheid om in het omgaan met andere kinderen hun uiterlijk wat te kunnen relativeren.

Vlinder


Benodigdheden:
Koffiefilterzakjes
Verf of stiften
Plakband of fotoplakkers

Knip de filterzakjes open en versier ze met verf of stift. Je kan de kleuren laten uitlopen door de zakjes een beetje nat te spuiten. Op het raam plakken (doe ik met fotoplakkers) en je hebt een heel vrolijk raam.


donderdag 24 januari 2008

Kinderziekten

Wat zijn kinderziekten?
Veel ziekten komen voortdurend voor onder de bevolking en zijn zo besmettelijk dat kinderen bij een eerste contact de ziekte krijgen. Daarom worden ze kinderziekten genoemd. Het lichaam vormt bij het eerste contact antistoffen, waardoor een tweede keer ziek worden zelden of nooit voorkomt.

Bijna ieder kind heeft wel eens vlekjes of blaasjes op de huid. Vaak betreft het één van de bekende kinderziekten. Deze ziekten zijn meestal het gevolg van een besmetting met een virus of bacterie.

Virale kinderziekten zijn: bof, mazelen, rode hond, vijfde ziekte, waterpokken en zesde ziekte.Bacteriële kinderziekten zijn: kinkhoest, hersenvliesontsteking en roodvonk.De tijd tussen het binnendringen van de ziektekiemen en de eerste ziekteverschijnselen noemen we de incubatietijd. Infecties met bacteriën kunnen doorgaans bestreden worden met medicijnen. Tegen virussen bestaan geen geneesmiddelen, maar het is mogelijk de natuurlijke afweer tegen een virus een handje te helpen door een inenting.

Inenten:
Wie een kinderziekte heeft doorgemaakt, heeft tijdens deze periode afweerstoffen geproduceerd die altijd in het bloed blijven. Hierdoor is hij of zij niet meer vatbaar (immuun) voor zo'n ziekte. Bij een inenting (vaccinatie) wordt het lichaam besmet met ziektekiemen, die dood of verzwakt zijn. Die ziektekiemen kunnen de mens niet ziek maken, maar zorgen er wel voor dat het lichaam afweerstoffen maakt. Door inenting wordt een kind dus immuun en is het niet meer vatbaar voor de betreffende ziekte. Om voldoende afweer op te bouwen, is soms meer dan één inenting nodig.

Om bepaalde ziekten te voorkomen worden kinderen op jonge leeftijd ingeënt. Ook als het kind een van de ziekten al heeft doorgemaakt, is inenten zinvol. Dit geeft een grotere weerstand tegen deze ziekte. Het kan dus geen kwaad als kinderen die de mazelen gehad hebben, via een BMR-prik nog een keer met mazelen in contact komen.

In sommige gevallen is het raadzaam om een inenting uit te stellen of helemaal niet te geven. Hiervoor kan worden gekozen als een kind koorts heeft boven de 38 graden of ziek is en als de behandelend arts/specialist bezwaren heeft tegen de inenting. Dit geldt voor zowel de DKTP- als de BMR-inenting.Als een kind stoornissen heeft in het afweersysteem (bijvoorbeeld bij leukemie) of als een kind geneesmiddelen gebruikt die invloed uitoefenen op de afweer, mag geen BMR-inenting plaatsvinden. Neem bij twijfel contact op met een arts of specialist.

Als uw kind overgevoelig is voor kippeneiwit, dan dient u dit te melden bij het inenten. Na het inenten moet uw kind dan nog een half uurtje blijven om te kijken of er een allergische reactie optreedt.

Inentingsprogramma:
In Nederland kunnen alle kinderen tussen de nul en negen jaar kosteloos ingeënt worden volgens een vastgesteld inentingsprogramma (het Rijks Vaccinatie Programma). Alle ouders ontvangen automatisch bericht over deze inentingen en de tijdstippen waarop deze moeten plaatsvinden.Het inentingsprogramma bevat inentingen tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio (DKTP), bof, mazelen, rode hond (BMR), HIB (een bepaalde vorm van hersenvliesontsteking) en Meningokokkenziekte C. In sommige gevallen wordt ook een hepatitis B-vaccin toegediend.De DTP-prik mist de kinkhoest uit de DKTP.

Inenting
leeftijd
DKTP 1 + HIB 1
2 maanden
DKTP 2 + HIB 2
3 maanden
DKTP 3 + HIB 3
4 maanden
DKTP 4 + HIB 4
11 maanden
BMR 1 + MenC
14 maanden
DTP + aK-kinkhoest
4 jaar
BMR 2 + DTP
9 jaar

Pneumokokkenvaccin:
Met ingang van 1 april 2006 is het pneumokokkenvaccin Prevenar opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Hieronder vindt u het vaccinatieschema voor dit extra vaccin voor kinderen:

Kinderen 2-6 maanden
4 doses op een leeftijd van 2, 3, 4, en 11 maanden
Kinderen 7-11 maanden
3 doses, waarbij 2 doses met een interval van tenminste een maand en de 3e dosis in het 2e levensjaar
Kinderen 12-23 maanden
2 doses met een interval van tenminste 2 maanden
Kinderen 24-59 maanden
1 dosis

Bijwerkingen:
Een inenting tegen kinkhoest biedt niet meer dan 90 procent bescherming en kan soms een stuip veroorzaken. Na inenting met DTP of BMR treden nauwelijks bijwerkingen op. Er kan hooguit een korte tijd een pijnlijk gevoel ontstaan op de plaats van de inenting en de arm kan wat stijf worden. Na een DTP-inenting wordt de arm wat rood en gezwollen en er kan tot twee dagen na de inenting koorts optreden. Na toediening van de BMR-prik kan er een branderig, stekend gevoel zijn op de plaats van inenting. Een enkele keer komen vijf tot twaalf dagen na de inenting koorts en huiduitslag voor.Op rode, gezwollen inentingsplaatsen kan een koud, nat washandje verlichting bieden. Indien er koorts boven de 40 graden optreedt, is het belangrijk om uw kind voldoende te laten drinken en de huisarts te waarschuwen.Wanneer zich andere ongebruikelijke verschijnselen voordoen na een inenting, dient u de huisarts te raadplegen en eventueel uw ervaringen te melden aan de plaatselijke GGD.

Algemene richtlijnen:
Als gevolg van het inentingsprogramma komen sommige kinderziekten nog maar zelden voor. Toch is het belangrijk om het ziektebeeld dat ze veroorzaken te kennen, want ook onschuldige kinderziekten kunnen vervelende complicaties hebben. In zijn algemeenheid kunt u altijd de volgende richtlijnen aanhouden:
• Als uw kind zich erg ziek voelt, kan het in bed blijven. Anders is binnen blijven voldoende.
• Ondanks de vlekjes mag uw kind gewoon onder de douche of in bad. Bij waterpokken mag het bad echter niet gedeeld worden met andere kinderen.
• Het is maar zelden nodig om koorts te onderdrukken. Wel is voldoende vochtinname belangrijk.
• Vertel bezoek van tevoren dat uw kind een besmettelijke ziekte heeft.
• Als bij een pasgeborene of een baby jonger dan twee maanden koorts optreedt, dient u een arts te raadplegen. Dat geldt ook in het geval van aanhoudende koorts bij oudere kinderen, bij twijfel over de aard van de ziekte en als de ziekte heviger verloopt dan verwacht.

Kinderziekten:
In dit hoofdstuk beschrijven we de meest voorkomende kinderziekten. We geven daarbij aan wat de incubatietijd is, wat de verschijnselen zijn, wat u er zelf tegen kunt doen, wat de eventuele complicaties zijn en wanneer u er verstandig aan doet de huisarts te raadplegen.

De bof:
De bof (Parotitis epidemica) wordt veroorzaakt door het bofvirus en komt met name voor bij kinderen tussen zes en tien jaar.

Incubatietijd:
Twee tot drie weken.

Verschijnselen:
Het kind heeft geen eetlust, pijn bij het kauwen (lijkend op oorpijn), hoofdpijn, buikpijn en lichte koorts. Na één tot twee dagen treedt aan één of aan beide kanten van de oorspeekselklier een zwelling op. De zwelling zit onder en net voor het oor en breidt zich uit naar de hals. In sommige gevallen kunnen de speekselklieren onder de tong en onderkaak ook opzwellen.Opletten als enkele dagen na het begin van de ziekte weer koorts optreedt of als het kind gaat braken.

Besmettelijkheid:
Matig besmettelijk vanaf zes dagen vóór tot negen dagen na het begin van de zwelling.

Verzorging:
Houd het kind binnen tot de zwelling verdwenen is. Geef het kind voldoende te drinken (zonder koolzuur) en zacht, niet zuur eten. Sabbelen op een ijsblokje of een waterijsje kan de pijn verlichten. Een ouder kind kunt u ook kauwgom geven.

Complicaties:
Bij jongens na het begin van de puberteit en bij mannen kan een zaadbalontsteking optreden. Ook een hersenvliesontsteking kan als complicatie optreden.

Huisarts raadplegen:
Indien de koorts langer dan drie dagen aanhoudt, als het kind hoofdpijn of een pijnlijke stijve nek krijgt, bij veel braken en als het kind een zieke indruk maakt.

Kinkhoest:
Kinkhoest (Pertussis) wordt veroorzaakt door een bacterie.

Incubatietijd:
Eén tot drie weken.

Verschijnselen:
De verschijnselen zijn in te delen in twee stadia. In het eerste stadium zijn een loopneus, hoesten en een lichte temperatuurverhoging de belangrijkste verschijnselen. De klachten worden nog niet herkend als kinkhoest, maar de patiënt is wel besmettelijk. Dit stadium heet officieel het catarrale stadium.Eén tot twee weken na het eerste stadium treden met name 's avonds hoestaanvallen op. De hoestaanvallen gaan gepaard met hevige benauwdheid, gierende ademhaling en soms braken. De aanvallen treden op met korte tussenpozen, totdat ze eindigen in het moeizaam ophoesten van taai wit slijm uit mond en neus.In dit stadium, officieel het convulsieve stadium genoemd, kunnen ook nevenverschijnselen zoals een neusbloeding en bloedingen in het bindvlies van het oog (door persen tijdens hoestaanvallen) optreden.Het kind voelt zich tussen de aanvallen door niet ziek. De klachten kunnen vijf tot zes weken aanhouden, een kinkhoestachtige hoest kan langer blijven.

Besmettelijkheid:
Vanaf de eerste verkoudheidsverschijnselen tot drie weken na het begin van de hoestaanvallen. De besmetting vindt plaats door de lucht via besmette druppeltjes (niezen en hoesten).

Verzorging:
Het is belangrijk niet in paniek te raken tijdens een hoestaanval van het kind. Probeer het kind gerust te stellen. Hoestdrankjes helpen in dit geval niet.

Complicaties:
Een longontsteking kan als complicatie optreden. Zuigelingen kunnen een hersenbeschadiging oplopen ten gevolge van een zuurstoftekort bij langdurige hoestbuien (verschijnselen: sufheid, slecht drinken, ademstilstand, stuiptrekkingen).

Huisarts raadplegen:
Voor het behandelen van een eventueel bijkomende luchtweginfectie.

Mazelen:
Mazelen (Morbilli) is een zeer besmettelijke virusziekte die zich via de lucht verspreidt.

Incubatietijd:
Acht tot veertien dagen.

Verschijnselen:
De ziekte begint met hoge koorts, pijnlijke hoest, rode ogen en een loopneus. Na ongeveer twee dagen daalt de temperatuur om vervolgens weer te stijgen. Daarna ontstaan witte vlekjes met een rode rand aan de binnenzijde van de wang (vlekjes van Koplik). Achter de oren en aan de haargrens ontstaat uitslag die zich binnen enkele dagen over het hele lichaam heeft uitgebreid. Na drie tot vijf dagen verbleekt de huiduitslag en daalt de temperatuur.

Besmettelijkheid:
Vanaf de eerste verkoudheidsverschijnselen tot vijf dagen na het ontstaan van de vlekjes op het lichaam.

Verzorging:
Geef het kind voldoende koud drinken en zacht eten. Laat het kind in een schemerige kamer liggen. Na de genezing is het kind tijdelijk extra vatbaar.

Complicaties:
Bronchitis, oor-, long- en hersenontsteking kunnen voorkomen. Let daarom op als drie dagen na het begin van de vlekjes nog steeds of opnieuw koorts optreedt.

Huisarts raadplegen:
Indien de koorts langer dan enkele dagen aanhoudt of als drie dagen na het uitbreken van de blaasjes opnieuw koorts ontstaat.

Rode hond:
Rode hond (Rubella) is een goedaardige kinderziekte die zich verspreidt door met virus besmette luchtdeeltjes. Deze ziekte is gevaarlijk voor zwangere vrouwen, die geen antistoffen hebben, omdat ze niet zijn ingeënt of de ziekte nooit eerder hebben doorgemaakt. Rode hond kan afwijkingen veroorzaken bij het ongeboren kind.

Incubatietijd:
Twee tot drie weken.

Verschijnselen:
Over het algemeen zijn kinderen weinig ziek (licht verkouden, vergrote lymfeklieren achter de oren en in de nek). Soms zijn keel en gehemelte rood. Slechts in een enkel gevallen is er sprake van koorts. Na 24 uur verschijnen de eerste rode vlekjes op het gezicht, deze verspreiden zich binnen een paar uur over romp en ledematen. De vlekjes verdwijnen na enkele dagen weer.

Besmettelijkheid:
Van zeven dagen voor tot zeven dagen na het uitbreken van de vlekjes.

Verzorging:
Als bij een flinke verkoudheid. Zorg ervoor dat uw kind voldoende drinkt.

Complicaties:
Er komen zelden complicaties voor.

Huisarts raadplegen:
In verband met het risico voor zwangere vrouwen is het raadzaam om de huisarts te laten vaststellen of het om rode hond gaat.

Roodvonk:
Roodvonk (Scarlatina) wordt veroorzaakt door een bacterie (hemolytische streptococ) en komt vooral voor bij kleuters.

Incubatietijd:
Twee tot zeven dagen.

Verschijnselen:
Plotseling snel oplopende koorts, hevige keelpijn, pijnlijke halsklieren, hoofdpijn, stuipen (convulsies), soms braken en een 'frambozentong'. Na ongeveer twee dagen ontstaat uitslag (rood kippenvel) op de romp, onder de oksels en in de liezen. Opvallend is dat een deel van het gezicht, vooral rond de mond niet rood wordt. Meestal zijn de keelamandelen ontstoken en zitten er donkerrode vlekjes op het gehemelte. Na één week zakt de koorts, verbleekt de uitslag en krijgt de tong haar oorspronkelijke kleur weer terug. Na één tot drie weken treedt vervelling van handpalmen en voetzolen op.

Besmettelijkheid:
De ziekte is niet erg besmettelijk en kan worden overgebracht tot circa twee dagen na het begin van de behandeling met antibiotica. Iedereen kan meer dan één keer besmet worden.

Verzorging:
Deze ziekte wordt vaak behandeld met antibiotica. Voldoende drinken is noodzakelijk. Hygiëne is voor ouders of verzorgers belangrijk in verband met besmetting.

Complicaties:
Middenoorontsteking, neusholteontsteking. Na twee tot drie weken kunnen zogenaamde late complicaties ontstaan zoals nierontsteking en acute reuma. Overigens komen deze laatste complicaties zeer zelden voor.

Huisarts raadplegen:
Voor een behandeling met antibiotica. U dient ook een arts te raadplegen als na twee tot drie weken de volgende klachten optreden: pijnlijke gewrichten, plotselinge kortademigheid of afwijkende urine.

Vijfde ziekte:
De vijfde ziekte (Erythema infectiosum) is een virusziekte die voornamelijk voorkomt bij kinderen van vier tot tien jaar en die meestal ontstaat tijdens het voorjaar of in de vroege zomer.

Incubatietijd:
Vijf tot tien dagen.

Verschijnselen:
De ziekte begint met felrode bultjes op de wangen. De uitslag breidt zich vervolgens uit naar billen, ledematen en romp. Vaak treedt ook koorts op. Kenmerkend is dat de roodheid vaak wegtrekt en een paar uur later weer terugkomt. Na ongeveer zeven tot negen dagen verbleken de vlekjes zonder te vervellen of littekens te vormen. Bij inspanning, na een heet bad of zonlicht kunnen de vlekjes terugkeren.

Besmettelijkheid:
Zodra er uitslag ontstaat, is de ziekte niet meer besmettelijk.

Verzorging:
Er is geen speciale verzorging noodzakelijk.

Complicaties:
Er komen geen complicaties voor.

Huisarts raadplegen:
Het is niet nodig om een arts te raadplegen.

Waterpokken:
Waterpokken (Varicella) wordt veroorzaakt door het varicella-zoster virus, dit virus is identiek aan het virus herpes-zoster (gordelroos). Waterpokken is een goedaardige ziekte die echter bij kinderen met een verminderde weerstand levensbedreigend kan zijn. De ziekte komt over het algemeen voor bij kinderen tussen de twee en zeven jaar.

Incubatietijd:
Twee tot drie weken.

Verschijnselen:
Deze ziekte begint met vlekjes, die de tweede dag overgaan in blaasjes. De blaasjes drogen na enige tijd in. Er ontstaan dan korstjes die er afvallen zonder littekens achter te laten.De blaasjes komen voor op romp, gezicht en ledematen en soms enkele in de mond. Koorts en jeuk komen voor, maar maken het kind niet echt ziek. Door krabben kunnen de blaasjes geïnfecteerd raken.

Besmettelijkheid:
Deze ziekte is zeer besmettelijk. Besmetting vindt plaats via besmette luchtdruppeltjes of door direct contact met de blaasjes.Vanaf één dag voor het uitbreken van de blaasjes, totdat de huidblaasjes zijn ingedroogd, is het kind besmettelijk. Dit duurt meestal tien dagen.

Verzorging:
De jeuk kan bij kinderen ouder dan twee jaar eventueel met een mentholgel behandeld worden. Houd de nagels van uw kind schoon en kort. Vermijd krabben, dit verergert de jeuk en kan littekens veroorzaken.Wanneer uw kind geen koorts heeft, mag het naar buiten. Vermijd wel het contact met andere kinderen en laat uw kind niet in het zand of de modder spelen, omdat waterpokken door bacteriën geïnfecteerd kunnen worden. Als er plekjes in de keel aanwezig zijn en uw kind heeft keelpijn, dan kan een waterijsje of koude drank verlichting bieden.

Complicaties:
Ontsteking van de blaasjes. Als waterpokken gepaard gaan met hoge koorts en keelpijn kan dit ook wijzen op een complicatie.

Huisarts raadplegen:
Bij het optreden van bovengenoemde complicaties.

Zesde ziekte:
De zesde ziekte (Exanthema subitum) wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een virus en komt voor bij kinderen van zes maanden tot ongeveer drie jaar.

Incubatietijd:
Ongeveer tien dagen.

Verschijnselen:
Plotseling hoogoplopende koorts die drie tot vijf dagen aanhoudt. De temperatuur daalt even plotseling als hij gestegen is. Vervolgens lijkt het kind genezen, maar dan verschijnt de eerste uitslag. Deze uitslag lijkt op de mazelen en de vlekjes bevinden zich vooral op romp en gezicht. Overigens jeukt de uitslag niet. De ziekte gaat vaak gepaard met gezwollen klieren in de hals en op het achterhoofd.

Besmettelijkheid:
Niet groot. Wijze van besmetting onbekend.

Verzorging:
Er is geen speciale verzorging nodig. Als het kind beter is, mag het weer naar buiten.

Complicaties:
Er komen geen complicaties voor.

Huisarts raadplegen:
Bij koortsstuipen (plotselinge temperatuurstijgingen).HersenvliesontstekingHersenvliesontsteking (Meningitis) komt relatief weinig voor bij zuigelingen en kinderen. We maken onderscheid tussen bacteriële en virale meningitis. In de verschijnselen die optreden, maakt dit geen wezenlijk verschil. Het is van groot belang dat het ziektebeeld vroegtijdig wordt herkend en dat snel wordt gestart met een passende behandeling.

Verschijnselen
• Bij pasgeborenen en kleine zuigelingen:Slecht drinken, grauw zien, luierpijn, verhoogde prikkelbaarheid met klagelijk huilen en braken komen voor. Vaak is er geen koorts, soms een lagere temperatuur.
• Bij oudere baby's en peuters:Stuiptrekkingen, hoog, schril huilen, grote pijnlijkheid bij aanraken, luierpijn en nekstijfheid. Daarnaast is er sprake van het zogenaamde 'driepootfenomeen'. Dit betekent dat het kindje alleen rechtop kan zitten met steun van beide armen, die achter de rug worden geplaatst.
• Bij oudere kinderen:Het kind is acuut ziek met hoge koorts, nekstijfheid, hoofdpijn en sufheid. Bij het buigen van het hoofd worden de knieën opgetrokken en in liggende houding kunnen de benen niet hoger dan 45 graden geheven worden.Huisarts raadplegen Bij alle bovengenoemde verschijnselen is het belangrijk dat u meteen een huisarts raadpleegt of naar het ziekenhuis gaat.

Memobakje


Dit heb je nodig:
Lijm
Ijscostokjes
Verf
Verschillende vormpjes om op te plakken

Zo ga je te werk:
Plak drie ijscostokjes aan elkaar. Dit doe je twee keer (voor- en achterkant).
Voor de zijkanten plak je twee halve stokjes aan elkaar. Even de lijm laten drogen.
Als het droog is kun je de stokjes gaan verven of beplakken met allerlei vormen.
Laten drogen.
Als dit droog is plak je de vier kanten aan elkaar vast.
Nu nog een paar blaadjes erin en klaar is je memoblok!
Zo heb je een leuk bakje om memoblaadjes in te bewaren.

Bellenstok


Dit heb je nodig:
schroefoog
ronde stok
lint
lijm
belletjes
verf

Zo ga je te werk:
Draai de schroefoog in het einde van de ronde stok. Verf de stok in een vrolijke kleur. Neem een uiteinde van het lint en plak dat op de stok vast. Draai het lint om de stok en plak het andere uiteinde van het lint ook vast met wat lijm. Maak de belletjes vast aan het schroefoog en rammelen maar!

Echtscheiding en een kind

Ieder kind gaat er vanuit dat zijn vader en moeder gewoon altijd bij elkaar blijven.Vooral jonge kinderen vinden dit zo vanzelfsprekend dat ze er geen moment aan twijfelen dat dit altijd zo blijft.Maar wanneer deze situatie plotseling blijkt te veranderen door een scheiding wordt het vertrouwen van het kind ernstig op de proef gesteld.
Alles wat vertrouwd was is plotseling verdwenen.

De scheiding is nog maar het begin van een reeks van veranderingen in het leven van het kind.
Maar ook al voorafgaand aan de scheiding is natuurlijk al een periode van spanning geweest.
Het kind weet vaak na een scheiding niet meer wat hij kan verwachten en voelt zich vaak ook schuldig aan de ruzie tussen de ouders. Het is een angstige periode waarin heel veel kinderen probleemgedrag beginnen te vertonen. Ieder kind heeft zijn eigen manier van reageren...De scheiding van de ouders is voor kinderen een ingrijpende verandering in hun leven.
Een scheiding roept bij kinderen veel uiteenlopende gevoelens op. Na de scheiding laten kinderen veel verdriet zien maar ook angst voor de onbekende situatie en soms ook boosheid naar de ouders toe. Vooral wanneer er een derde persoon in het spel is kan boosheid de boventoon voeren bij de emoties van het kind.
Maar soms zijn kinderen na een scheiding ook opgelucht en tevreden omdat er een eind is gekomen aan een zeer nare periode van veel ruzies in huis. Deze gevoelens zijn zowel voor het kind, de ouders en de omgeving vaak minder goed te begrijpen. Van deze gevoelens kunnen kinderen zeer in de war raken en opnieuw erg verdrietig en boos worden. Een kind wil namelijk helemaal niet blij of opgelucht zijn met het vertrek van een ouder.
Kinderen kunnen erg in de war raken van hun tegengestelde gevoelens na een scheiding. Daarnaast zien we ook een groep kinderen die heel weinig emoties laten zien. De scheiding lijkt hun weinig te kunnen schelen, maar meestal is het tegendeel waar. Vaak stellen kinderen zich zo op om de ouders te ontzien. Deze kinderen gedragen zich dan ook vaak extra lief of trekken zich erg terug om de ouders niet tot last te zijn.

Emotionele gevolgen van een scheiding:
Ondanks het toch regelmatig voorkomt dat ouders gaan scheiden, schamen veel kinderen zich toch voor het feit dat hun ouders gescheiden zijn of gaan. Ze vinden het moeilijk er met leeftijdsgenoten over te praten uit angst om gek of zielig gevonden te worden.
Soms speelt ook schaamte een rol wanneer het kind veel materialistische dingen is kwijtgeraakt door de scheiding. We zien vaak bij kinderen van gescheiden ouders dat zij een gedeelte van de schuld van de scheiding bij zichzelf leggen. Gedeeltelijk komt dit doordat vooral wat jongere kinderen zichzelf een grote rol toedichten in wat er om hun heen gebeurd.
Vooral peuters kunnen de schuld erg naar zich toetrekken, omdat zij zichzelf nog erg als de belangrijkste persoon in de wereld beschouwen. Maar door de schuld op zich te nemen, proberen kinderen ook grip op de situatie te krijgen. Iets wat buiten ze om gebeurd is is beangstigend en hebben ze niet in hun macht.
Door de schuld op zich te nemen, krijgen ze het gevoel het ook weer te kunnen herstellen.
Vanaf het eerste begin van de scheiding is het dan ook zeer belangrijk dat de kinderen buiten de conflicten gehouden worden. Ook moet steeds weer aan het kind uitgelegd worden dat de papa en mama gaan scheiden, maar dat dit niet de schuld van het kind is. Scheiden is iets wat grote mensen doen en daar hebben kinderen geen invloed op, dus ook geen schuld aan. Bijna alle kinderen blijven na de scheiding hopen dat het wel weer goed komt. Dit wordt nog versterkt wanneer een van de ouders eigenlijk niet wilde scheiden en het kind dit weet. Het is dan ook zeer belangrijk dat wordt benadrukt ten opzichte van het kind dat de scheiding echt definitief is.Veel ouders vinden het moeilijk om dit zo tegen hun kind te zeggen, ze zijn bang het kind verdriet te doen. Maar het kind heeft meer verdriet door valse hoop.
De scheiding levert ook een hoop onzekerheid op. Vaak zijn kinderen bang bepaalde dingen te moeten inleveren door de scheiding, wat natuurlijk een reëele angst is, omdat een scheiding vaak ook financieele gevolgen heeft.Maar sommige kinderen zijn ook bang dat de ouder bij wie ze wonen de situatie niet aan zal kunnen. Bij sommige kinderen bestaat ook de angst dat de andere ouder misschien óók wel weggaat. Het kind voelt zich dan erg in de steek gelaten door de vertrekkende ouder. Een scheiding kan kinderen ook het gevoel geven dat de ouders niet genoeg om het kind geven. Waarom blijven de ouders niet bij elkaar zoals het kind graag wil, is dan vaak de gedachten van het kind. En als papa en mama kunnen stoppen met van elkaar houden dan kunnen de ouders ook stoppen met van het kind houden. Dit is een zeer beangstigende gedachten. Soms zijn kinderen zelfs bang om net als de vertrekkende ouder' weggestuurd' te worden. Deze twijfels over de liefde van de ouders wordt vaak geuit door lastig, aandacht vragend gedrag. Het kind test op deze manier de liefde van de ouders uit: "Houden ze ook nog van me als ik vervelend doe". Een ander groep kinderen probeert de ouders juist tot extra steun te zijn. Ze stellen zich zeer meegaand op en proberen de ouder te helpen waar dat kan. Soms gaat dit zo ver dat het kind zich gedeeltelijk verantwoordelijk gaat voelen voor de ouder. Dit gebeurt vooral wanneer de kinderen al wat ouder zijn op het moment van de scheiding. Het is na een scheiding ook van groot belang dat de ouders het kind duidelijk maken dat het geen keuze hoeft te maken tussen de ouders. Er moet voorkomen worden dat het kind het gevoel heeft partij te moeten kiezen.Een kind kan geen partij kiezen tussen de ouders want het wil de liefde van allebei en wil beide ouders geen verdriet doen. De basis hiervoor wordt gelegd door als ouder nooit negatief over de andere ouder te praten tegenover het kind.

Steun voor het kind zoeken:
Kinderen hebben tijdens en na een scheiding veel steun en uitleg nodig.De belangrijkste steun moet toch van de ouders komen, hoe moeilijk dit soms ook is.De scheiding is voor de ouders ook een zeer moeilijke periode. Er moet veel geregeld worden, de toekomst is onzeker en ook de eigen emoties bij de scheiding spelen natuurlijk een belangrijke rol. Daarnaast vinden de ouders het vaak door schulgevoel ook moeilijk om met het kind over de scheiding te praten.
De omgeving van het kind (opa/oma, leraar, buurvrouw etcetera) kan dan ook de nodige steun bieden. Door het kind afleiding te bieden, door wat extra aandacht te geven, als luisterend oor en objectieve gesprekspartner.Vanuit school kan er begrip zijn wanneer het leren een tijdje minder goed gaat.Het is dus van groot belang voor de kinderen eerlijk te zijn over de scheiding en de mogelijkheid te bieden op een open manier te praten met de ouders.
Het kind zal niet altijd open staan voor een gesprek, maar het is goed als ouder wel steeds deze mogelijkheid te bieden. De kinderen zijn na een scheiding gebaat bij een beetje extra aandacht, maar ook zo snel mogelijk weer regelmaat en structuur in hun leven.

Eigen serviesje


Bij diverse winkels (bv. Hema) kan je een wit serviesje kopen
inclusief alle materialen om het zelf te beschilderen.
Even afbakken in de oven en je hebt je eigen gemaakte poppenserviesje.
Leuk om te doen en leuk om mee te spelen.


Goede schoenen

Goede schoenen hoeven niet duur te zijn, wanneer ze maar aan een aantal voorwaarden voldoen. Het lijkt er soms op dat in het verleden ouders meer aandacht besteedden aan goed kinderschoeisel dan tegenwoordig en dat heeft alles te maken met het verschijnsel dat veel kinderen alleen nog maar sportschoenen willen dragen. Gelukkig zijn er ook goede sportschoenen te koop.

Belangrijke eisen:
De schoen moet voldoende lang en breed zijn en dat geldt zeker voor de voorvoeten die de ruimte moeten krijgen. De zool moet soepel zijn. Je moet hem eigenlijk kunnen dubbelvouwen want dan kan de voet tijdens het lopen goed worden afgewikkeld; dus op de hak neerkomen, doorrollen en tenslotte met de tenen de grond verlaten. Uit onderzoek is duidelijk geworden dat je met een hakhoogte van 1 cm lekker kunt lopen bij schoenmaat 20. Die hakhoogte loopt bij grotere schoenen langzaam op naar 2 cm bij maat 40. Zorg verder voor een stevig hielstuk dat goed om de hiel past. Daardoor wordt voorkomen dat de hiel tijdens het lopen aan de binnenkant van de schoen eruit wringt en je de grip kwijtraakt.

Het eerste schoentje:
Het eerste schoentje hoef je pas te kopen wanneer het kind regelmatig buiten loopt. Die eerste schoentjes moeten aan de gewone eisen voldoen, maar zullen smal aan de hiel zijn en breed uitlopend naar de voorvoet met brede hakken om zoveel mogelijk steun te geven.. Deze vorm past bij de kindervoet van die leeftijd. Nieuwe schoenen zijn in het algemeen pas na de tweede verjaardag nodig.

Hoge schoenen:
Hoge schoenen geven niet meer steun dan lage als ze maar goed passen. Laarsjes moeten goed op de wreef aansluiten. Leren of rubberzolen maken geen verschil voor het lopen. Sommige kinderen transpireren erg in rubber laarzen door de gebrekkige ventilatie. Extra dikke sokken in een maatje grotere laarzen kan dit probleem verhelpen.

Podotherapie:
Sommige kinderen hebben moeilijke voeten. Ze zwikken bijvoorbeeld gauw door de enkels, de wreef is relatief hoog of ze hebben een voor de leeftijd te platte voet waardoor klachten kunnen ontstaan. Voor deze groep kinderen kunnen speciale inlegzooltjes helpen die door zogenaamde podotherapeuten worden gemaakt en die helemaal op de voet van het kind met klachten is afgestemd. Deze zooltjes kunnen de stabiliteit een stuk vergroten en een verkeerde standsontwikkeling voorkomen.

Kinderen en TV

Tegenwoordig worden er non-stop televisieprogramma’s aangeboden en ook voor kinderen is er op vrijwel ieder moment van de dag wel iets bij. Kinderen kijken vaak op drukke momenten binnen het gezin televisie, voor het naar school gaan en tijdens het eten koken. De ouders hebben dan even hun ‘handen vrij’ om voor het gezin te zorgen.

Invloed van televisie

Het is niet nodig om te stellen dat televisie kijken slecht is, het is een medium dat niet meer uit onze tijd is weg te denken en waar iedereen gebruik van maakt. Uit de duizenden onderzoeken naar de invloed van televisie op kinderen blijkt steeds opnieuw dat kinderen die méér dan twee uur per dag tv-kijken, minder goed uit de verf komen dan hun leeftijdgenoten die minder kijken. Als kinderen teveel voor de televisie zitten gaat dat ten koste van andere activiteiten die nodig zijn voor hun ontwikkeling, zoals spelen, lezen, sporten, knutselen, muziek luisteren enz. De effecten van televisie zijn afhankelijk van het soort programma’s waarnaar een kind kijkt. Bij jonge kinderen is het van belang dat je als ouders beseft dat je kind het onderscheid nog moet leren tussen echt en niet echt. Tot een jaar of vier geloven kinderen dat alles op televisie echt is. Fantasiefiguren wonen in de televisie en kinderen reageren enthousiast op vragen. Pas vanaf een jaar of zeven begrijpen kinderen dat iets engs op televisie ‘maar gespeeld is’.

Voorbeeldfunctie

Van oudsher hebben kinderen superhelden die ze in hun spel imiteren. Dit is een normaal verschijnsel en het heeft een aantal belangrijke functies voor de emotionele en sociale ontwikkeling van een kind. Vroeger haalden de kinderen hun helden uit boeken of uit het dagelijks leven. Nu kiezen de meeste kinderen een televisiefiguur als superheld. Kinderen kopiëren in hun spel het gedrag van hun helden. Hoe gewelddadiger de superhelden zijn, des te groter de kans is dat het superheldspel ook gewelddadig is.

Tips voor ouders

- Is je kind jonger dan 4 jaar kijkt dan altijd samen naar de televisie
- Het imiteren van een superheld in het spel en dan degene die meespeelt, pijn doen komt vaker voor bij jongens dan bij meisjes. Dat komt doordat actieve en opzwepende programma’s beter aansluiten bij het fantasieleven van jongens. Als je weet dat je zoontje daar gevoelig voor is, kun je voorkomen dat hij daar naar kijkt.
- Je kunt ook meekijken met je kind en het geweld in de serie relativeren. Leg uit dat de trappen die gegeven worden in het echte leven pijn doen en iemand kunnen verwonden. Help hem zoeken naar niet gewelddadige oplossingen voor de problemen die zich in de serie voordoen.
- Van belang is dus dat je als opvoeders meekijkt en het nadenken over een televisieserie stimuleert. Zo leer je de kinderen op een kritische manier met de televisie om te gaan. Het uiteindelijke doel is toch dat ze zelfstandig en verantwoord televisie kunnen kijken.
- Kijk selectief, kijk mee en praat erover.

De kijkwijzer, iedereen kent hem wel: de vuist en de voetjes, de spin en de spuit etc. De kijkwijzer in 2001 geïntroduceerd, is geen censuur, maar een waarschuwingssysteem dat ouders helpt het tv-gedrag van hun kinderen te reguleren

Herfststukje

Lekker wandelen in de bossen.
Mandje mee en allemaal typische herfstdingen verzamelen.
Thuis gekomen alles uitzoeken en mooi in een accubak of vaas doen.
Het haalt een stukje herfst in huis en het staat ook nog eens erg leuk.
En...ieder kind kan het!!

woensdag 23 januari 2008

Plantenbakje

Hier een schitterend plantenbakje dat door elke peuter gemaakt kan worden.
Neem een leeg drinkkarton en knip een rechthoek uit alle vier de zijden.
Doe dit niet tot onderaan, omdat er nog een plantje in gepoot moet worden.
Beschilder het in mooie kleuren.
Laat het drogen en ga op zoek naar een mooi plantje of wat klimop.
Wat zand erin, plantje poten en klaar.

Thematafel!!!


Hey allemaal!


Hier zien jullie onze fantastische thematafel! Deze tafel heb ik samen met Rosy gemaakt!

Wij hadden het thema winter.

Je ziet dat de pinguin een prachtig gebreid vestje en mutsje aanheeft, wat ooit nog gedragen is door Mij zelf. De laarsjes in de hoek zijn nog door Rosy gedragen!

We vonden het leuk om een mooie thematafel te maken met dingetjes van onszelf van vroeger wat ons echt aan de winter deed denken.

We hebben veel werk gehad met het maken van de sneeuw, maar het eindresultaat mag er zijn!

We hopen dat jullie onze tafel net zo leuk vinden als wij zelf. STEM op ONS!


Baby en spel ( 0 tot 2 jaar)

BABY
Als een baby geboren is, stromen de cadeautjes binnen. De geschenken variëren van kleertjes, slofjes en slabbetjes tot auto's en tienerpoppen toe. De meeste cadeaus krijgen een vast plekje in de babykamer want de eerste tijd heeft de baby weinig speeltjes nodig.

De eerste 3 maanden is de baby uitsluitend druk met slapen, eten, kijken, geluidjes maken en luisteren. Wiegeliedjes spreken het kindje het meeste aan. Een muziekdoosje is een welkom geschenk want een muziekje voor het slapen gaan is erg rustgevend.

Zo rond de drie maanden begint de baby heel bewust bewegingen te volgen. Een mobiel boven wieg of bed is dan aan te raden want de beweegbare onderdeeltjes zijn voor het kleintje erg interessant. Het kindje probeert nu ook van alles te grijpen, wat hem overigens nog erg slecht afgaat. Echte rammelaars zijn dan nog te moeilijk, maar er zijn polsrammelaars, zachte rammelpoppetjes, zelfs rammelsokjes te koop die voor deze kleintjes heel geschikt zijn. Door het bewegen ontstaat immers een geluidje. De baby begint nu alle felle kleuren te onderscheiden. Niet verwonderlijk dus dat veel babyspeelgoed in helle kleuren is uitgevoerd.

Tegen het einde van het eerste halfjaar begint de baby echt te grijpen. Een rammelaar is dan een noodzakelijk stuk speelgoed. Ze zijn er in blank hout, kunststof en zachte stof. Kies wel voor een goede kwaliteit, want baby's steken alles in hun mond. Er is keus te over.
Grijpen, maar ook gooien zijn voor de baby van 6 tot 9 maanden de belangrijkste bezigheden. Dit komt ook omdat ze in die periode leren zitten. Alles komt nu gemakkelijker binnen handbereik. Lappen knuffelbeesten en -poppen mogen niet ontbreken.
Waterspeeltjes staan nu ook op de verlanglijst.

Zo rond de 9 maanden is menige baby enkele uurtjes per dag in de box.
Een activity-center is voor een boxkind een ideaal stuk speelgoed. Ze kunnen met hun handjes, maar ook met de voetjes, de verschillende onderdelen bewegen, die dan weer verschillende geluiden maken. Ook een boxgym is aan te raden omdat het kind er tegen kan slaan, het kan grijpen en zich zelf op gegeven moment kan optrekken.

Verder begint het kind op deze leeftijd dingen te stapelen en van alles ergens in te stoppen en er weer uit te halen. Geluiden maken kan met een trommel en een babytelefoon.

Speelgoed voor de baby:
Versjesboek met wiegeliedjes
Muziekdoosje
Mobiel, kinderwagenhanger
Rammelaar, bijtfiguren
Babygym, activity-center, duikelaar
Badspeelgoed
Bal van badstof of plastic
Zachte (wasbare) knuffelpop of knuffeldier
Stapelbekers, blokken
Trommel, hamerbank
Looprek, duwkar
Grote plastic auto
Babytelefoon

DREUMES
De dreumes, in de leeftijd van 1 tot 2 jaar, heeft het grijpstadium achter zich en wil de wereld ontdekken, al kruipend of lopend, met alle gevaren vandien.
Het kind moet daarom tegen deze gevaren beschermd worden op het moment dat hij niet langer in de box wil spelen.
Deze leeftijd heeft groot speelgoed nodig omdat het zijn bewegingen nog niet helemaal onder controle heeft. Het is de leeftijd van de trekdieren, de duwkarren (liefst gevuld met grote blokken), de loopauto, een zachte bal en een auto (liefst met laadbak).

Naast bewegen en iets voortbewegen is er het knoeien met water en zand en het
scheuren van papier. In de zomertijd een zandbak en een (apart) badje geeft de dreumes veel speelplezier.

De vulspelletjes uit het eerste jaar worden nu wat heftiger. Het vullen van het emmertje met de vormpjes, het leeggooien, het weer vullen en weer leeggooien kan hem uren vermaken. Ook in de zandbak is het laden en lossen een leuke bezigheid.

De behoefte aan het scheuren van papier kost menig gezin enkele dure boekwerken of tijdschriften. Geef liever wat oude tijdschriften. Het gaat immers om de handeling. De goede boeken in de kast hoeven daar niet onder te lijden.

De dreumes is rond zijn eerste verjaardag toe aan zijn eerste prentenboek, gemaakt van karton of stof. Op elke pagina staat een plaatje afgebeeld uit zijn directe omgeving.

Omdat hij zo graag scheurt is stevig karton of stof noodzakelijk om er een tijd plezier van te hebben.Ook kinderversjes (er zijn boeken te over) helpen bij de ontwikkeling van de taal.

Het kind gaat alles nadoen: pop moet een eigen badje hebben en een eigen wiegje. Een troetellap of troetelbeest mag, we herhalen het nog maar eens, niet ontbreken.

De eerste puzzel voor deze leeftijd is de vormenstoof: een houten of kunststof kist met gaten in verschillende vormen. Kunst is, de goede vorm door het goede gat te doen.

Denk ook aan muziekinstrumenten zoals trommels, fluitjes en trompetten. Deze vallen nu erg in de smaak.

Zorg dat de dreumes die niet (meer) in de box zit een eigen hoekje heeft in de kamer, vlak bij de anderen.

Speelgoed voor de dreumes:
Badje en badspulletjes, drijfbeestjes
Zandbak, vormpjes, schepje en emmer
Vingerverf
Tas of mandje, vormenstoof, blokken
Pop, poppebed, poppefles, poppeservies
Kartonnen of stoffen plaatjesboeken, versjes- en rijmpjesboeken, voorleesboeken.
Duwspeeltjes
Muziekinstrumenten, radio, fluit,
trompet, trommel
Trekkar en loopauto
Stapelspeeltjes
Grote trein, auto, boot
Bal

Stage! Hoe denk ik er nu over?

Over twee weken gaan we allemaal op stage.
Dit lijkt me harstikke leuk om te doen. Hier kan je je kennis (wat je tot nu hebt) in praktijk brengen.
Ik ga stage lopen bij de Kleine Beer in Hengelo. Dit is een kinderdagverblijf.
Ik ben benieuwd wat ik er allemaal tegen zal komen. Hoe zullen de kinderen zijn? zijn er veel jongens? Zijn er veel meisjes? Hoe zullen de leidsters zijn? Wat zullen mijn bezigheden worden?
Ik hoop dat ik een leuke tijd tegemoet ga en er met veel plezier aan terug zal denken als ik klaar ben met de stage.

Achtergebleven peuter

Belgische peuter urenlang achtergelaten in bus.

BRUSSEL - Een 3-jarige peuter uit het Belgische Sint-Niklaas heeft zes uur lang vastgezeten in een verlaten bus. Dat meldt de krant Het Laatste Nieuws vrijdag.
Baran Asig was op weg van zijn school naar het kinderdagverblijf. Om onverklaarbare redenen zijn daar alle kinderen uitgestapt, maar bleef Baran zitten. Toen Barans moeder hem 's avonds kwam ophalen, zei de schoolleiding dat hij al was opgehaald. Barans moeder is daarop een zoekactie begonnen.
Het doodsbange jongetje werd uiteindelijk verkleumd en huilend teruggevonden in de verlaten bus in het busdepot. Hij had van angst in zijn broek geplast. Zijn moeder gaat een klacht indienen bij het kinderdagverblijf. De begeleidster die Baran daar had moeten afzetten, is op non-actief gesteld.