Wat zijn kinderziekten?
Veel ziekten komen voortdurend voor onder de bevolking en zijn zo besmettelijk dat kinderen bij een eerste contact de ziekte krijgen. Daarom worden ze kinderziekten genoemd. Het lichaam vormt bij het eerste contact antistoffen, waardoor een tweede keer ziek worden zelden of nooit voorkomt.
Bijna ieder kind heeft wel eens vlekjes of blaasjes op de huid. Vaak betreft het één van de bekende kinderziekten. Deze ziekten zijn meestal het gevolg van een besmetting met een virus of bacterie.
Virale kinderziekten zijn: bof, mazelen, rode hond, vijfde ziekte, waterpokken en zesde ziekte.Bacteriële kinderziekten zijn: kinkhoest, hersenvliesontsteking en roodvonk.De tijd tussen het binnendringen van de ziektekiemen en de eerste ziekteverschijnselen noemen we de incubatietijd. Infecties met bacteriën kunnen doorgaans bestreden worden met medicijnen. Tegen virussen bestaan geen geneesmiddelen, maar het is mogelijk de natuurlijke afweer tegen een virus een handje te helpen door een inenting.
Inenten:
Wie een kinderziekte heeft doorgemaakt, heeft tijdens deze periode afweerstoffen geproduceerd die altijd in het bloed blijven. Hierdoor is hij of zij niet meer vatbaar (immuun) voor zo'n ziekte. Bij een inenting (vaccinatie) wordt het lichaam besmet met ziektekiemen, die dood of verzwakt zijn. Die ziektekiemen kunnen de mens niet ziek maken, maar zorgen er wel voor dat het lichaam afweerstoffen maakt. Door inenting wordt een kind dus immuun en is het niet meer vatbaar voor de betreffende ziekte. Om voldoende afweer op te bouwen, is soms meer dan één inenting nodig.
Om bepaalde ziekten te voorkomen worden kinderen op jonge leeftijd ingeënt. Ook als het kind een van de ziekten al heeft doorgemaakt, is inenten zinvol. Dit geeft een grotere weerstand tegen deze ziekte. Het kan dus geen kwaad als kinderen die de mazelen gehad hebben, via een BMR-prik nog een keer met mazelen in contact komen.
In sommige gevallen is het raadzaam om een inenting uit te stellen of helemaal niet te geven. Hiervoor kan worden gekozen als een kind koorts heeft boven de 38 graden of ziek is en als de behandelend arts/specialist bezwaren heeft tegen de inenting. Dit geldt voor zowel de DKTP- als de BMR-inenting.Als een kind stoornissen heeft in het afweersysteem (bijvoorbeeld bij leukemie) of als een kind geneesmiddelen gebruikt die invloed uitoefenen op de afweer, mag geen BMR-inenting plaatsvinden. Neem bij twijfel contact op met een arts of specialist.
Als uw kind overgevoelig is voor kippeneiwit, dan dient u dit te melden bij het inenten. Na het inenten moet uw kind dan nog een half uurtje blijven om te kijken of er een allergische reactie optreedt.
Inentingsprogramma:
In Nederland kunnen alle kinderen tussen de nul en negen jaar kosteloos ingeënt worden volgens een vastgesteld inentingsprogramma (het Rijks Vaccinatie Programma). Alle ouders ontvangen automatisch bericht over deze inentingen en de tijdstippen waarop deze moeten plaatsvinden.Het inentingsprogramma bevat inentingen tegen difterie, kinkhoest, tetanus, polio (DKTP), bof, mazelen, rode hond (BMR), HIB (een bepaalde vorm van hersenvliesontsteking) en Meningokokkenziekte C. In sommige gevallen wordt ook een hepatitis B-vaccin toegediend.De DTP-prik mist de kinkhoest uit de DKTP.
Inenting
leeftijd
DKTP 1 + HIB 1
2 maanden
DKTP 2 + HIB 2
3 maanden
DKTP 3 + HIB 3
4 maanden
DKTP 4 + HIB 4
11 maanden
BMR 1 + MenC
14 maanden
DTP + aK-kinkhoest
4 jaar
BMR 2 + DTP
9 jaar
Pneumokokkenvaccin:
Met ingang van 1 april 2006 is het pneumokokkenvaccin Prevenar opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Hieronder vindt u het vaccinatieschema voor dit extra vaccin voor kinderen:
Kinderen 2-6 maanden
4 doses op een leeftijd van 2, 3, 4, en 11 maanden
Kinderen 7-11 maanden
3 doses, waarbij 2 doses met een interval van tenminste een maand en de 3e dosis in het 2e levensjaar
Kinderen 12-23 maanden
2 doses met een interval van tenminste 2 maanden
Kinderen 24-59 maanden
1 dosis
Bijwerkingen:
Een inenting tegen kinkhoest biedt niet meer dan 90 procent bescherming en kan soms een stuip veroorzaken. Na inenting met DTP of BMR treden nauwelijks bijwerkingen op. Er kan hooguit een korte tijd een pijnlijk gevoel ontstaan op de plaats van de inenting en de arm kan wat stijf worden. Na een DTP-inenting wordt de arm wat rood en gezwollen en er kan tot twee dagen na de inenting koorts optreden. Na toediening van de BMR-prik kan er een branderig, stekend gevoel zijn op de plaats van inenting. Een enkele keer komen vijf tot twaalf dagen na de inenting koorts en huiduitslag voor.Op rode, gezwollen inentingsplaatsen kan een koud, nat washandje verlichting bieden. Indien er koorts boven de 40 graden optreedt, is het belangrijk om uw kind voldoende te laten drinken en de huisarts te waarschuwen.Wanneer zich andere ongebruikelijke verschijnselen voordoen na een inenting, dient u de huisarts te raadplegen en eventueel uw ervaringen te melden aan de plaatselijke GGD.
Algemene richtlijnen:
Als gevolg van het inentingsprogramma komen sommige kinderziekten nog maar zelden voor. Toch is het belangrijk om het ziektebeeld dat ze veroorzaken te kennen, want ook onschuldige kinderziekten kunnen vervelende complicaties hebben. In zijn algemeenheid kunt u altijd de volgende richtlijnen aanhouden:
• Als uw kind zich erg ziek voelt, kan het in bed blijven. Anders is binnen blijven voldoende.
• Ondanks de vlekjes mag uw kind gewoon onder de douche of in bad. Bij waterpokken mag het bad echter niet gedeeld worden met andere kinderen.
• Het is maar zelden nodig om koorts te onderdrukken. Wel is voldoende vochtinname belangrijk.
• Vertel bezoek van tevoren dat uw kind een besmettelijke ziekte heeft.
• Als bij een pasgeborene of een baby jonger dan twee maanden koorts optreedt, dient u een arts te raadplegen. Dat geldt ook in het geval van aanhoudende koorts bij oudere kinderen, bij twijfel over de aard van de ziekte en als de ziekte heviger verloopt dan verwacht.
Kinderziekten:
In dit hoofdstuk beschrijven we de meest voorkomende kinderziekten. We geven daarbij aan wat de incubatietijd is, wat de verschijnselen zijn, wat u er zelf tegen kunt doen, wat de eventuele complicaties zijn en wanneer u er verstandig aan doet de huisarts te raadplegen.
De bof:
De bof (Parotitis epidemica) wordt veroorzaakt door het bofvirus en komt met name voor bij kinderen tussen zes en tien jaar.
Incubatietijd:
Twee tot drie weken.
Verschijnselen:
Het kind heeft geen eetlust, pijn bij het kauwen (lijkend op oorpijn), hoofdpijn, buikpijn en lichte koorts. Na één tot twee dagen treedt aan één of aan beide kanten van de oorspeekselklier een zwelling op. De zwelling zit onder en net voor het oor en breidt zich uit naar de hals. In sommige gevallen kunnen de speekselklieren onder de tong en onderkaak ook opzwellen.Opletten als enkele dagen na het begin van de ziekte weer koorts optreedt of als het kind gaat braken.
Besmettelijkheid:
Matig besmettelijk vanaf zes dagen vóór tot negen dagen na het begin van de zwelling.
Verzorging:
Houd het kind binnen tot de zwelling verdwenen is. Geef het kind voldoende te drinken (zonder koolzuur) en zacht, niet zuur eten. Sabbelen op een ijsblokje of een waterijsje kan de pijn verlichten. Een ouder kind kunt u ook kauwgom geven.
Complicaties:
Bij jongens na het begin van de puberteit en bij mannen kan een zaadbalontsteking optreden. Ook een hersenvliesontsteking kan als complicatie optreden.
Huisarts raadplegen:
Indien de koorts langer dan drie dagen aanhoudt, als het kind hoofdpijn of een pijnlijke stijve nek krijgt, bij veel braken en als het kind een zieke indruk maakt.
Kinkhoest:
Kinkhoest (Pertussis) wordt veroorzaakt door een bacterie.
Incubatietijd:
Eén tot drie weken.
Verschijnselen:
De verschijnselen zijn in te delen in twee stadia. In het eerste stadium zijn een loopneus, hoesten en een lichte temperatuurverhoging de belangrijkste verschijnselen. De klachten worden nog niet herkend als kinkhoest, maar de patiënt is wel besmettelijk. Dit stadium heet officieel het catarrale stadium.Eén tot twee weken na het eerste stadium treden met name 's avonds hoestaanvallen op. De hoestaanvallen gaan gepaard met hevige benauwdheid, gierende ademhaling en soms braken. De aanvallen treden op met korte tussenpozen, totdat ze eindigen in het moeizaam ophoesten van taai wit slijm uit mond en neus.In dit stadium, officieel het convulsieve stadium genoemd, kunnen ook nevenverschijnselen zoals een neusbloeding en bloedingen in het bindvlies van het oog (door persen tijdens hoestaanvallen) optreden.Het kind voelt zich tussen de aanvallen door niet ziek. De klachten kunnen vijf tot zes weken aanhouden, een kinkhoestachtige hoest kan langer blijven.
Besmettelijkheid:
Vanaf de eerste verkoudheidsverschijnselen tot drie weken na het begin van de hoestaanvallen. De besmetting vindt plaats door de lucht via besmette druppeltjes (niezen en hoesten).
Verzorging:
Het is belangrijk niet in paniek te raken tijdens een hoestaanval van het kind. Probeer het kind gerust te stellen. Hoestdrankjes helpen in dit geval niet.
Complicaties:
Een longontsteking kan als complicatie optreden. Zuigelingen kunnen een hersenbeschadiging oplopen ten gevolge van een zuurstoftekort bij langdurige hoestbuien (verschijnselen: sufheid, slecht drinken, ademstilstand, stuiptrekkingen).
Huisarts raadplegen:
Voor het behandelen van een eventueel bijkomende luchtweginfectie.
Mazelen:
Mazelen (Morbilli) is een zeer besmettelijke virusziekte die zich via de lucht verspreidt.
Incubatietijd:
Acht tot veertien dagen.
Verschijnselen:
De ziekte begint met hoge koorts, pijnlijke hoest, rode ogen en een loopneus. Na ongeveer twee dagen daalt de temperatuur om vervolgens weer te stijgen. Daarna ontstaan witte vlekjes met een rode rand aan de binnenzijde van de wang (vlekjes van Koplik). Achter de oren en aan de haargrens ontstaat uitslag die zich binnen enkele dagen over het hele lichaam heeft uitgebreid. Na drie tot vijf dagen verbleekt de huiduitslag en daalt de temperatuur.
Besmettelijkheid:
Vanaf de eerste verkoudheidsverschijnselen tot vijf dagen na het ontstaan van de vlekjes op het lichaam.
Verzorging:
Geef het kind voldoende koud drinken en zacht eten. Laat het kind in een schemerige kamer liggen. Na de genezing is het kind tijdelijk extra vatbaar.
Complicaties:
Bronchitis, oor-, long- en hersenontsteking kunnen voorkomen. Let daarom op als drie dagen na het begin van de vlekjes nog steeds of opnieuw koorts optreedt.
Huisarts raadplegen:
Indien de koorts langer dan enkele dagen aanhoudt of als drie dagen na het uitbreken van de blaasjes opnieuw koorts ontstaat.
Rode hond:
Rode hond (Rubella) is een goedaardige kinderziekte die zich verspreidt door met virus besmette luchtdeeltjes. Deze ziekte is gevaarlijk voor zwangere vrouwen, die geen antistoffen hebben, omdat ze niet zijn ingeënt of de ziekte nooit eerder hebben doorgemaakt. Rode hond kan afwijkingen veroorzaken bij het ongeboren kind.
Incubatietijd:
Twee tot drie weken.
Verschijnselen:
Over het algemeen zijn kinderen weinig ziek (licht verkouden, vergrote lymfeklieren achter de oren en in de nek). Soms zijn keel en gehemelte rood. Slechts in een enkel gevallen is er sprake van koorts. Na 24 uur verschijnen de eerste rode vlekjes op het gezicht, deze verspreiden zich binnen een paar uur over romp en ledematen. De vlekjes verdwijnen na enkele dagen weer.
Besmettelijkheid:
Van zeven dagen voor tot zeven dagen na het uitbreken van de vlekjes.
Verzorging:
Als bij een flinke verkoudheid. Zorg ervoor dat uw kind voldoende drinkt.
Complicaties:
Er komen zelden complicaties voor.
Huisarts raadplegen:
In verband met het risico voor zwangere vrouwen is het raadzaam om de huisarts te laten vaststellen of het om rode hond gaat.
Roodvonk:
Roodvonk (Scarlatina) wordt veroorzaakt door een bacterie (hemolytische streptococ) en komt vooral voor bij kleuters.
Incubatietijd:
Twee tot zeven dagen.
Verschijnselen:
Plotseling snel oplopende koorts, hevige keelpijn, pijnlijke halsklieren, hoofdpijn, stuipen (convulsies), soms braken en een 'frambozentong'. Na ongeveer twee dagen ontstaat uitslag (rood kippenvel) op de romp, onder de oksels en in de liezen. Opvallend is dat een deel van het gezicht, vooral rond de mond niet rood wordt. Meestal zijn de keelamandelen ontstoken en zitten er donkerrode vlekjes op het gehemelte. Na één week zakt de koorts, verbleekt de uitslag en krijgt de tong haar oorspronkelijke kleur weer terug. Na één tot drie weken treedt vervelling van handpalmen en voetzolen op.
Besmettelijkheid:
De ziekte is niet erg besmettelijk en kan worden overgebracht tot circa twee dagen na het begin van de behandeling met antibiotica. Iedereen kan meer dan één keer besmet worden.
Verzorging:
Deze ziekte wordt vaak behandeld met antibiotica. Voldoende drinken is noodzakelijk. Hygiëne is voor ouders of verzorgers belangrijk in verband met besmetting.
Complicaties:
Middenoorontsteking, neusholteontsteking. Na twee tot drie weken kunnen zogenaamde late complicaties ontstaan zoals nierontsteking en acute reuma. Overigens komen deze laatste complicaties zeer zelden voor.
Huisarts raadplegen:
Voor een behandeling met antibiotica. U dient ook een arts te raadplegen als na twee tot drie weken de volgende klachten optreden: pijnlijke gewrichten, plotselinge kortademigheid of afwijkende urine.
Vijfde ziekte:
De vijfde ziekte (Erythema infectiosum) is een virusziekte die voornamelijk voorkomt bij kinderen van vier tot tien jaar en die meestal ontstaat tijdens het voorjaar of in de vroege zomer.
Incubatietijd:
Vijf tot tien dagen.
Verschijnselen:
De ziekte begint met felrode bultjes op de wangen. De uitslag breidt zich vervolgens uit naar billen, ledematen en romp. Vaak treedt ook koorts op. Kenmerkend is dat de roodheid vaak wegtrekt en een paar uur later weer terugkomt. Na ongeveer zeven tot negen dagen verbleken de vlekjes zonder te vervellen of littekens te vormen. Bij inspanning, na een heet bad of zonlicht kunnen de vlekjes terugkeren.
Besmettelijkheid:
Zodra er uitslag ontstaat, is de ziekte niet meer besmettelijk.
Verzorging:
Er is geen speciale verzorging noodzakelijk.
Complicaties:
Er komen geen complicaties voor.
Huisarts raadplegen:
Het is niet nodig om een arts te raadplegen.
Waterpokken:
Waterpokken (Varicella) wordt veroorzaakt door het varicella-zoster virus, dit virus is identiek aan het virus herpes-zoster (gordelroos). Waterpokken is een goedaardige ziekte die echter bij kinderen met een verminderde weerstand levensbedreigend kan zijn. De ziekte komt over het algemeen voor bij kinderen tussen de twee en zeven jaar.
Incubatietijd:
Twee tot drie weken.
Verschijnselen:
Deze ziekte begint met vlekjes, die de tweede dag overgaan in blaasjes. De blaasjes drogen na enige tijd in. Er ontstaan dan korstjes die er afvallen zonder littekens achter te laten.De blaasjes komen voor op romp, gezicht en ledematen en soms enkele in de mond. Koorts en jeuk komen voor, maar maken het kind niet echt ziek. Door krabben kunnen de blaasjes geïnfecteerd raken.
Besmettelijkheid:
Deze ziekte is zeer besmettelijk. Besmetting vindt plaats via besmette luchtdruppeltjes of door direct contact met de blaasjes.Vanaf één dag voor het uitbreken van de blaasjes, totdat de huidblaasjes zijn ingedroogd, is het kind besmettelijk. Dit duurt meestal tien dagen.
Verzorging:
De jeuk kan bij kinderen ouder dan twee jaar eventueel met een mentholgel behandeld worden. Houd de nagels van uw kind schoon en kort. Vermijd krabben, dit verergert de jeuk en kan littekens veroorzaken.Wanneer uw kind geen koorts heeft, mag het naar buiten. Vermijd wel het contact met andere kinderen en laat uw kind niet in het zand of de modder spelen, omdat waterpokken door bacteriën geïnfecteerd kunnen worden. Als er plekjes in de keel aanwezig zijn en uw kind heeft keelpijn, dan kan een waterijsje of koude drank verlichting bieden.
Complicaties:
Ontsteking van de blaasjes. Als waterpokken gepaard gaan met hoge koorts en keelpijn kan dit ook wijzen op een complicatie.
Huisarts raadplegen:
Bij het optreden van bovengenoemde complicaties.
Zesde ziekte:
De zesde ziekte (Exanthema subitum) wordt waarschijnlijk veroorzaakt door een virus en komt voor bij kinderen van zes maanden tot ongeveer drie jaar.
Incubatietijd:
Ongeveer tien dagen.
Verschijnselen:
Plotseling hoogoplopende koorts die drie tot vijf dagen aanhoudt. De temperatuur daalt even plotseling als hij gestegen is. Vervolgens lijkt het kind genezen, maar dan verschijnt de eerste uitslag. Deze uitslag lijkt op de mazelen en de vlekjes bevinden zich vooral op romp en gezicht. Overigens jeukt de uitslag niet. De ziekte gaat vaak gepaard met gezwollen klieren in de hals en op het achterhoofd.
Besmettelijkheid:
Niet groot. Wijze van besmetting onbekend.
Verzorging:
Er is geen speciale verzorging nodig. Als het kind beter is, mag het weer naar buiten.
Complicaties:
Er komen geen complicaties voor.
Huisarts raadplegen:
Bij koortsstuipen (plotselinge temperatuurstijgingen).
HersenvliesontstekingHersenvliesontsteking (Meningitis) komt relatief weinig voor bij zuigelingen en kinderen. We maken onderscheid tussen bacteriële en virale meningitis. In de verschijnselen die optreden, maakt dit geen wezenlijk verschil. Het is van groot belang dat het ziektebeeld vroegtijdig wordt herkend en dat snel wordt gestart met een passende behandeling.
Verschijnselen
• Bij pasgeborenen en kleine zuigelingen:Slecht drinken, grauw zien, luierpijn, verhoogde prikkelbaarheid met klagelijk huilen en braken komen voor. Vaak is er geen koorts, soms een lagere temperatuur.
• Bij oudere baby's en peuters:Stuiptrekkingen, hoog, schril huilen, grote pijnlijkheid bij aanraken, luierpijn en nekstijfheid. Daarnaast is er sprake van het zogenaamde 'driepootfenomeen'. Dit betekent dat het kindje alleen rechtop kan zitten met steun van beide armen, die achter de rug worden geplaatst.
• Bij oudere kinderen:Het kind is acuut ziek met hoge koorts, nekstijfheid, hoofdpijn en sufheid. Bij het buigen van het hoofd worden de knieën opgetrokken en in liggende houding kunnen de benen niet hoger dan 45 graden geheven worden.Huisarts raadplegen Bij alle bovengenoemde verschijnselen is het belangrijk dat u meteen een huisarts raadpleegt of naar het ziekenhuis gaat.